Om ervoor te zorgen dat er voldoende gas aanwezig is in uw Nano-warmtepomp, volgt u deze eenvoudige stappen:
Temperatuurcontrole
Start uw warmtepomp en laat deze minstens 15 minuten draaien in de warmteproductiemodus. Ga naar de instellingen van uw warmtepomp en noteer de volgende informatie:
A - Watertemperatuur bij inlaat
B - Verdampertemperatuur
C - Omgevingstemperatuur
Als temperatuur B en C verschillend zijn, betekent dit dat er gas goed gecomprimeerd zit in de warmtepomp.
Opmerking: Alleen Nano Turbo-warmtepompen worden geleverd met een drukmeter.
Controle met de Drukmeter (Alleen voor Nano Turbo)
Als uw Nano Turbo-warmtepomp is uitgerust met een drukmeter, volgt u deze extra stappen:
1. Schakel uw warmtepomp uit en laat deze gedurende minstens 30 minuten volledig ontdooien.
2. Controleer de drukmeter, die twee schalen heeft: een in PSI naar buiten toe (niet relevant voor ons) en een in graden Celsius naar binnen toe.
Als de buitentemperatuur bijvoorbeeld 20°C is, zou de temperatuur die op de meter wordt weergegeven ongeveer 2 of 3 graden moeten zijn. Dit bevestigt een goede hoeveelheid gas in uw warmtepomp.